Uitnodiging ledenvergadering
Geacht medelid,
Gaarne wil ik u uitnodigen voor de komende ledenvergadering van de Historische Vereniging Winsum-Obergum, welke gehouden zal worden op 28 januari 2014 in Zalencentrum De Hoogte, Kerkpad te Obergum; aanvang 20.00 uur.
Het programma voor de avond ziet er als volgt uit:
- Opening door de voorzitter dhr. J. Tersteeg.
- Mededelingen.
- Oproep tot het in leven roepen van werkgroepen.
- Lezing van de heer Egbert van der Werff over de Kroniek van Sicke Benninge.
- Beantwoording vragen en w.v.t.t.k.
- Sluiting.
Het belooft een interessante avond te worden, waarbij uw aanwezigheid zeer op prijs wordt gesteld.
Met vriendelijke groet,
G. Frumau, secretaris.
Sicke Benninge, Croniken der Vrescher Landen mijtten Zoeven Seelanden ende der stadt Groningen. (Den Haag 2012).
Benninge begon in 1505 aan zijn geschrift, getiteld Croniken der Vrescher Landen mijtten Zoeven Seelanden ende der stadt Groningen, waaraan hij tot 1528 bleef werken. Het is een levendig en gedetailleerd verslag van de gebeurtenissen in Groningen en omgeving in die roerige periode, toen de stad haar macht over de Ommelanden vestigde, maar vervolgens verwikkeld raakte in de strijd tussen de Habsburgers, de hertog van Gelre en de graaf van Saksen. Na veel ingrijpende gebeurtenissen, inclusief een belegering van de stad, moest Groningen in 1525 keizer Karel V als heer erkennen.
Daarmee waren de problemen bepaald niet voorbij, want ook binnen de muren had men te kampen met onrust, vanwege onvrede onder de bevolking en een machtsgreep door de gilden. Benninge baseerde dit deel van zijn kroniek op eigen waarneming en herinneringen, mondelinge getuigenissen van derden, andere kronieken, en schriftelijke bronnen zoals rechtsteksten en oorkonden.
Het verslag van de gebeurtenissen uit de eigen tijd heeft Benninge uitgebreid met teksten over de herkomst van het Friese volk – zij zouden afstammen van de Trojanen – en de grondslagen van de ‘Friese vrijheid’. Ook laste hij twee Groninger kronieken in: een anoniem werkje van rond 1478 en een kroniek die rond 1425 was geschreven door Johan van Lemego, alweer een brouwer, wiens tekst later in de vijftiende eeuw nog werd aangevuld. Voorts besteedt Benninge aandacht aan buitenlandse gebeurtenissen en staat hij stil bij persoonlijke wederwaardigheden, zoals de pelgrimstocht naar Rome die hij in 1500 ondernam.
Zijn kroniek is al met al een belangrijke bron van informatie over de roerige geschiedenis van Groningen en Friesland in de periode 1491-1528, en geeft bovendien zicht op het wereldbeeld van een patriciër en magistraat uit die tijd, op diens opvattingen over geloof, politiek en geschiedenis.